't is goed in 't eigen hart te kijken Nog even voor het slapen gaan Of ik van dageraad tot avond Geen enkel hart heb zeer gedaan; Of ik geen ogen heb doen schreien, Geen weemoed op een wezen lei; Of ik aan liefdeloze mensen Een woordeke van liefde zei. En vind ik in het huis mijns herten, Dat ik een droefenis genas, Dat ik mijn armen heb gewonden Rondom een hoofd dat eenzaam was, Dan voel ik, op mijn jonge lippen, Die goedheid lijk een avond-zoen. 't is goed in 't eigen hert te kijken En zo z'n ogen toe te doen.