Amarilli, mijn schoone, gelooft ghy dat de liefd' die'k u betoone, niet in mijn hert zou woone, geloof het vrij, en vreest ghy onderwylen, neem een van dees' myn pijlen, open dees' borste, ghy vint in't hert geschreven: Amarilli, mijn leven.
Amarilli, mijn schoone, gelooft ghy dat de liefd' die'k u betoone, niet in mijn hert zou woone, geloof het vrij, en vreest ghy onderwylen, neem een van dees' myn pijlen, open dees' borste, ghy vint in't hert geschreven: Amarilli, mijn leven.